Ontwikkeling van de voet van 0 tot 2 jaar

Bij de geboorte bestaan de voetjes van een baby voor een groot gedeelte uit kraakbeen. Daarom zijn voeten zacht en buigzaam. Het voetgewelf bestaat al, maar is door de aanwezigheid van vetkussentjes vaak niet zichtbaar. De voeten zijn ongeveer 7 tot 10 centimeter lang en hebben de vorm van een eendepootje: smal bij de hiel en breed bij de tenen.

Ook de benen van een baby hebben in het begin nog een speciale vorm. Ze staan namelijk in de zogenaamde "o"-beenkromming. In het tweede levensjaar draaien de benen meestal bij. Juist omdat de voeten zo buigzaam en vervormbaar zijn hebben ze veel bewegingvrijheid nodig. Schoenen, maar ook sokken kunnen nadelig zijn voor de ontwikkeling van de kindervoet. Laat uw kind dus dan nog zoveel mogelijk blootvoets. 10 centimeter zand in de kamer zou voor de ontwikkeling van die kleine voeten ideaal zijn, maar ja.......

Tip: knip de nagels van uw baby niet te kort om ingroeien van de nagels te voorkomen.
Voordat een baby gaat lopen, moet hij leren staan. Vanaf ongeveer tien maanden kunnen ze zich optrekken. Pas wanneer een baby zijn evenwicht kan bewaren, zal hij de eerste stapjes aandurven. Dat moment is voor ieder kind verschillend. Sommige kinderen beginnen bij 9 maanden al te lopen, anderen bij 14 maanden.

Misschien heeft u er nooit bij stilgestaan maar sokjes zijn voor kindervoetjes belangrijk. Het liefst laat je de kindervoetjes zo lang mogelijk onbekleed. Ze bewegen zich dan beter. Het geeft echt niet of ze dan koud aanvoelen. De dikke laag onderhuids vetweefsel, die bij alle kinderen aanwezig is, beschermt in het algemeen voldoende.

Maar als uw kind toch sokjes gaat dragen, let er dan op dat de teentjes niet te veel worden samengeknepen door te spitse sokken. Dat kan schade toebrengen aan het model van de voet en is daarmee nadelig voor een juiste ontwikkeling van de voet. Sokjes moeten het voetje en dus de tenen ruimte geven.